Monet & Goyon
Monet & Goyon het Franse motormerk uit Macon heeft een rijk raceverleden. Ze werden onder andere vier jaar op rij Frans kampioen. Dat was van 1924 tot en met 1927 met motoren waarin het Engelse Villiers tweetakt blok gebouwd was. Begin jaren 30 is Monet & Goyon onder licentie Villiers blokken gaan bouwen in Frankrijk.
Monet & Goyon is in 1917 gestart met het bouwen van motorfietsen. Daarvoor hadden zij zoals veel motorfabrikanten in die tijd hun ervaring opgebouwd als bouwer van fietsen waarbij zij ook fietsen maakten voor oorlogsinvaliden uit de 1e wereldoorlog. Om de fiets wat meer snelheid te geven werd een te monteren “The Wall” wiel aan de achterzijde toegevoegd. Later werd de motor permanent in het frame gebouwd.
Ik ben in 2013 voor het eerst in aanraking gekomen met Monet Goyon. In dat voorjaar nam ik 3 Franse motorfietsen over van een goede bekende in de buurt van Millau. Eenmaal in Nederland begon de zoektocht naar het verleden van de motoren. Na lid te zijn geworden van de Club Franse Motoren is de restauratie passie echt begonnen. In het bijzonder is de interesse voor Franse motoren en Monet Goyon gegroeid. In 2017 ben ik tijdens de expositie van 100 jaar Monet Goyon in Macon lid geworden van de MCMGKE de Franse Monet Goyon en Koehler Escoffier club.
Supersport TT
De Monet Goyon Supersport T kwam ik op het einde van 2019 bij toeval via Facebook tegen. Ik zag een Monet & Goyon te koop die volgens de advertentie uit 1929 kwam. De motor lag gedemonteerd in een aantal kratten. Na een flinke rit naar Zuidlaren ontmoette ik twee vriendelijke mensen die zich druk bezig houden met re-enactment van de 2e Wereldoorlog en daarbij horende voertuigen restaureren. De Monet behoorde tot een partij-aankoop, maar viel buiten hun interesse.
De zoektocht
Het eerste werk was te controleren of alle onderdelen ook aanwezig waren. Tot nu toe blijkt dat ook redelijk het geval. Stap twee is op basis van frame, blok en versnellingsbak nummer de feitelijke achtergrond te achterhalen en de meegekregen documenten te bestuderen. Via de Club Franse Motoren (CFM) en Monet-goyon.net heb ik verschillende naslagwerken over de T en TT Supersport gevonden. Via de Motorclub Monet Goyon en Koehler Escoffier (MCMGKE) heb ik nagevraagd of zij op basis van frame, blok en versnellingsbak nummer de precieze data kunnen aangeven.
Een eerste beoordeling van de uitgewisselde fotos van de onderdelen leidt tot de conclusie dat de motor een type T is uit 1928 en geen TT die in 1929 en 1930 werd gevoerd. De T is alleen in 1928 gemaakt. Het motorblok draagt TT als kenmerk op de cilinder en het carter. Dat is niet vreemd want het is de benaming die motorblok fabrikant Villiers aan haar blok gaf. Ze zijn ook door meer motorfiets fabrikanten in hun motoren ingebouwd. Het TT supersport blok is tussen 1926 en 1932 geproduceerd. Verdere voorgaande soortgelijke motorblokken werden met een gietijzeren cilinder uit één stuk en of met een gietijzeren zuiger voorzien. De motor is eerst provisorisch in elkaar gezet. Daarmee wordt zichtbaar of alles op en bij elkaar past en compleet is. Dan kan er ook beter beoordeeld worden wanneer hij precies gemaakt is en of er met vervangingsonderdelen is gewerkt. Het is niet uit te sluiten dat door sportief gebruik een blok wissel of aanpassing heeft plaatsgevonden. Dat maakt een motor mogelijk iets moderner maar niet jonger. Hooguit is hij dan minder origineel.
Technische specificaties
Monet Goyon heeft meerdere supersport motoren gebouwd in de 175cc klasse. Het type T verscheen in 1928 . Een kenmerk van de 175cc type T is dat het een sportmodel is met een dubbele uitlaatpoort, bij aankoop was er keuze tussen de standaard pot-uitlaat of twee doorlopende uitlaten met een vissenstaart (optie). De motorinhoud van het Engelse tweetakt eencilinder Villiers blok is 172 cc met een slag en boring van 67 x 57.15. De cilinder is van gietijzer met een aluminium kop.
Eerdere vergelijkbare modellen hadden een gietijzeren cilinder uit één stuk. De motor heeft een vermogen van 7 pk bij 5000 toeren en volgens de fabrikant een topsnelheid van 55 mijl wat rond de 88-89 km is. De primaire aandrijving is met een ketting net als de secundaire ketting die het achterwiel aandrijft.
De T is uitgerust meteen aparte versnellingsbak met drie versnellingen waar bij de normale motoren van dat formaat er dat doorgaans twee zijn. De Carburateur is van het merk AMAC type 15 MDY of een GURTNER. De Ontsteking vindt plaats door een magnetisch vliegwiel. De T heeft een Buisframe en een Trapezium parallellogram voorvork van Webbs met twee veren en geen schokdempers achter – Bandenmaat voor / achter. 600×55. Een 7 liter zogenaamde flattank of zoals ze in Frankrijk zeggen “entre tubes”. Gewicht: 80 Kg en verbruik: 6L / 100Km – (bron www.monet-goyon.net)
Het type TT is een model dat verscheen in de periode van 1929 tot 1930. De kenmerk van het 175cc type TT: sportmodel (Frans kampioen) met twee uitlaten – Een eencilinder Villiers tweetakt motor van 172 cc. Slag x boring: 67 x 57.15 met een vermogen van 7 pk. – Aandrijving via Ketting primair en ook een kettingoverbrenging naar het achterwiel. De Motor heeft een afzonderlijke versnellingsbak met drie versnellingen. De Koppeling 2 heeft droge schijven.
De carburateur merk AMAC type 15(25) MDY of GURTNER tevens heeft de motor een Secundaire oliepomp die handmatig bediend wordt. De ontsteking is door magnetisch vliegwiel. Frame:Buisframe met een Trapezium voorvork met parallellogram en geen schokdempers achter. Banden: Voor / achterbanden 600×55 – Brandstof een 11 liter zadeltank. Dit is een tank die uit twee afzonderlijke tankhelften bestaat en een dekplaat. Gewicht: 80 Kg – Maximale snelheid: 95 km u.(bron www.monet-goyon.net)
De achtergrond onderzoeken
De eerste week van januari 2020 is veel tijd besteed aan het achterhalen van de geschiedenis van de motor en het motorblok. Met het reinigen van de carter helften in de ultrasoon reiniger kwamen steeds meer details naar voor. Zoals op het plaatje te zien kent het carter aan de onderzijde twee in/uitgangen. Na het reinigen bleek dat in de carter helften kanalen zitten die de olie naar de bronzen bus geleid zodat in de bronzen bus de krukas gesmeerd wordt. aan de binnenkant van de carter helften staan deze twee kanalen met elkaar in verbinding en aan de bovenzijde van het carter komen ze ook naar buiten. Daardoor was het ook goed te bepalen dat deze openingen aan de voorzijde van het blok hoorden. Immers de cilinder heeft van binnen ook een toevoer naar precies die gaten en de cilinder kan er maar op een manier op. Nu was het de vraag nog welke aansluiting waarvoor dient.
Via clublid Paul Essens ontving ik een bestandje met een beschrijving van het Auto-lube systeem van Villiers. Dat is een systeem waarmee via een op druk gehouden oliepomp de tweetakt olie in de motor komt en eerst de zuiger smeert en daarna de krukas. Doordat er gaatjes in de krukas stangen zitten wordt met de olie die daarin komt weer het big end lager gesmeerd via kleine kanaaltjes. De druk op de olietank blijkt vanuit het carter te komen. De vraag was nu alleen nog welke van de 3 in/uitgangen was de olie inlaat en welke zorgde voor de druk. Omdat aan de voorzijde van het carter een in/uitgang recht zat en een scheef rees de vraag of dat wel juist was. Het autolube model is ingevoerd vanaf 1928.
Ik wist een paar Monet Goyon sportmotoren te staan op een uur rijden bij Hans Devos van HD Classic op 11 januari ben ik in de buurt van Aarschot bij hem in zijn werkplaats en loods gaan kijken. De ene motor is een vergelijkbare Supersport T en de andere de nog snellere en zeldzamere variant de Brooklands TT. Ik mocht beide motoren uitgebreid fotograferen. Duidelijk is dat de olie inlaat tussen de twee uitlaatpoorten van de cilinder zijn en dat op de rechte carter helft de oliedruk uitgang zit die wordt aangesloten aan de leiding onderkant olietank. Het tweede en schuine gat bleek afgedopt te zijn bij beide motoren. Er stonden nog wat meer Brookland TT en T Supersport blokken. Bij allen was de situatie hetzelfde. Voor mij was het bewijs geleverd.
Inmiddels was op deze zaterdag ook het uit 1931 daterend boek over Villiers motorblokken binnen gekomen dus er was weer wat te bestuderen. Ik ben zeer benieuwd waarnaar de romeinse cijfers DX en XV op het carter naar verwijzen 60 15?
Ondertussen is er veel onderzoek gedaan naar de Supersport TT.
Compleet maken
De ontbrekende moeren zijn deels besteld via montagetechniek.nl want in de plaatselijke ijzerwaren handel is fijn metrisch en BSF niet te vinden. Omdat er ook best wat afwijkende maten tussen zitten zoals M15x1.5 of M18x1.25 heeft clublid Geert Kleuskens gelukkig ook geholpen. Op de Beurs in Rosmalen is een periode correct koplampje gevonden. Het hevelhuis van giet aluminium van de versnellingsbak wordt nagemaakt uit een brok aluminium. Bij Chambrier een handelaar in de buurt van Parijs zijn de nodige onderdelen gevonden zoals voetsteunen, zadelveren en stelmoeren voor het achterwiel.
Bij het opmeten van zuiger en cilinder voor het bestellen van zuigerveren is vastgesteld dat de cilinder al eens gehoond is. Om zeker te zijn van goede compressie is het beter om te zoeken naar een overmaatse kam-zuiger. Een clublid adviseerde me contact op te nemen met Thijs Welink uit de buurt van Zwolle om te zien of hij wat heeft liggen. Helaas heeft dat behalve een vriendelijk contact niets opgeleverd.
Ondertussen is het contact met de RDW ook gelegd. Ik heb besloten om toch een voorkeuring te laten verrichten. Nu is het frame, blok en versnellingbak nummer goed te lezen en vast te leggen. Of dat na het verwijderen van het zwart om de oude verflaag terug te vinden nog is dat is maar de vraag.
Na enige maanden minder aan de motor te hebben gedaan was het plan om in December 2020 de draad weer op te pakken. Helaas is dat even vooruitgeschoven. De bovengenoemde voorkeuring bij de RDW was redelijk eenvoudig. Het frame is gelabeld. Het framenummer, motor en versnellingsbak nummer liggen vast. Bij de kenteken keuring zijn die leidend en niet de staat.
In de zomer is contact ontstaan met de persoon die de motor in de jaren 80 naar Nederland geïmporteerd heeft vanuit Frankrijk. Het heeft naast zijn verhaal ook een foto van toen opgeleverd. Later is in zomer goed nieuws binnengekomen van de verkoper. Deze vond nog een doos met onderdelen. Daardoor is ook een groot aantal moeren speciale verbinding middelen, een benzinekraan en het typeplaatje ontvangen. Via een CFM clublid heb ik een 58mm zuiger ontvangen. Ik ga kijken of die bruikbaar is of gemaakt kan worden. Bij JP Car Color is op basis van kleurresten, een geleende tank en documentatie het originele (menie)Rood en het bekende Monet Blauw aangemaakt.
Restauratie van het blok
Door werkzaamheden aan andere motoren is niet constant aan de motor gewerkt. De eerder gevonden zuiger bleek in maakt goed te zijn, maar van een te zwaar materiaal. Het zorgde dat de zoektocht naar een juiste overmaatse kamzuiger weer kon beginnen. Uiteindelijk is dat in 2022 gelukt via Sam Devos die met een vergelijkbare motor nog wedstrijden rijdt. In 2023 is het blokje door Johan Boot aangepakt. De cilinder is opgeboord zodat de overmaatse zuiger paste. Het big-end lager is vernieuwd. De krukas bleek in prima staat net zoals de bronzen bussen in de carterhelften. Diverse oliekanalen waren ondanks het reinigen in de ultrasoon reiniger toch vervuild en werden gereinigd.
Begin 2024 is de start gemaakt om de motorfiets in elkaar te zetten en te bezien of alle onderdelen aanwezig zijn en ook passend zijn.
Gedurende het restauratie proces zal ik hier regelmatig wat posten.
Vandaag las ik jouw artikel over de Monet&Goyon, geweldig. Ik ben al jaren in bezit van een Monet&Goyon TT supersport, 1929. Ik heb hem zover gerestaureerd, ik mis alleen het olietankje, maar van rvs heb ik er een gemaakt. De bronzen krukaslagers heb ik zelf gedraaid op de draaibank. Nu heb ik te weinig vermogen om te rijden, te weinig compressie, weet jij een adres waar ik terecht kan voor een nieuwe overmaat zuiger en zuigerveren? Ik woon in Joure, Friesland.
Groet Karel
Dag Karel
Dank voor je reactie. Leuk dat je ook een Monet Goyon liefhebber bent en ook een TT Supersport hebt. Ik ben nog een aantal onderdelen aan het verzamelen om hem compleet te krijgen. Een van de onderdelen die ik nodig heb is precies ook wat jij zoekt. Mogelijk kunnen we daarin samen optrekken. Ik ben met iemand bezig, maar mogelijk dat er dan op maat gemaakt moet worden.
Met vriendelijke groet
Daan Withagen
Beste, ik ben bezitter van een monet goyon 250cc type ls3. Ik zoek een 3 versnellingsboite handgeschakeld. Zijn deze nog te vinden of te koop? Graag info.
Thanks.
Beste Marc,
Het is zoeken, zeker nu er geen beurzen zijn. Je kan lid worden van het forum van MCMGKE de Monet Goyon club in Frankrijk. Je hoeft geen lid te zijn. Franstaligheid is wel makkelijk. Je kunt zoeken op pagina’s als Leboncoin of Les Anciennes. Via Ebay is natuurlijk ook mogelijk. Bij Nederlandstalige verkoop sites kan je vaak een zoekterm vastleggen zodat je getipt wordt bij het juiste aanbod.
Een goede manier om contacten te leggen met mensen die er mogelijk hebben is via de Club Frans Motoren (cfm) waar de meeste leden uit Vlaanderen en Nederland komen. Je kan de CFM vinden via http://www.clubfransemotoren.nl. De CFM heeft zelf geen onderdelen maar wel een actieve Whatsapp groep voor leden. De facebookgroep is ook voor mensen die een Franse motor hebben maar (nog) geen lid zijn.
Zodra er weer beurzen zijn is het een kwestie van regelmatig erop uit trekken. De Beurs in Reims staat erom bekend de grootste in Frankrijk te zijn. Ik heb zelf regelmatig via Leboncoin onderdelen gevonden. Algemene vervangingsonderdelen kan je ook bij Macadam 2 Roues of bij Chambrier vinden. Steeds vaker vind ik ook onderdelen onder leden van de CFM.
Ik kan je er zelf helaas niet aan helpen.
Veel succes
Daan Withagen
Prachtig mooi verhaal .Heb wel in de gaten dat je wel over heel veel geduld moet beschikken om zoiets weer helemaal op te bouwen.
Ook mooi is dat er in Joure ook een liefhebber is,ik woon vlakbij.
Groet siebrand postma